De overeenkomsten die op grond van artikel 36, lid 3, artikel 63, lid 3, en artikel 70, lid 3, vóór 1 juli 1982 zijn gesloten, zijn eveneens van toepassing op personen tot wie de werkingssfeer van deze verordening met ingang van die datum is uitgebreid, behoudens wanneer één van de Lid-Staten die bij deze overeenkomsten partij zijn zich daartegen verzet.
Dit verzet heeft alleen rechtsgevolg wanneer de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat vóór 1 oktober 1983 daarvan mededeling doet aan de bevoegde autoriteit van de andere betrokken Lid-Staat of Lid-Staten. Een kopie van deze mededeling wordt gezonden aan de Administratieve Commissie.